Interreg-Projekt zeigt neue Wege für Klimaschutz und regionale Energieerzeugung

Zwischen September 2024 und April 2025 wurde im Rahmen des Interreg VI A-Programms das grenzüberschreitende Projekt „Van Gras naar Gas“ erfolgreich umgesetzt. Ziel war es, ungenutzte Grasreste aus der Landwirtschaft und Landschaftspflege als erneuerbare Energiequelle nutzbar zu machen – und damit sowohl Umweltprobleme zu lösen als auch neue wirtschaftliche Chancen für Landwirt*innen zu schaffen.

Die Idee: Nachhaltige Energie aus Grünabfällen

In der deutsch-niederländischen Grenzregion fallen jedes Jahr große Mengen an überschüssigem Gras an – etwa von Straßenrändern, Naturschutzgebieten oder landwirtschaftlich genutzten Flächen. Dieses sogenannte „Restgras“ wurde bisher oft nur begrenzt weiterverwendet. Das Projektteam wollte zeigen: Aus Gras lässt sich Biogas gewinnen – und daraus wiederum grünes Methan, ein klimafreundlicher Kraftstoff.

Dabei standen zwei zentrale Fragen im Mittelpunkt:

1. Wie kann überschüssiges Gras effizient vergoren werden?
2. Welche technischen und rechtlichen Bedingungen müssen dafür erfüllt sein?

Technik trifft Innovation

Eine große Herausforderung besteht darin, dass Gras – anders als etwa Mais – schwerer zu vergären ist, weil es viele Faserstoffe enthält. Deshalb untersuchte das Projekt verschiedene Vorbehandlungsmethoden. Besonders vielversprechend war die sogenannte „Artificial Rumen Reactor (ARR)“, eine Art künstlicher „Kuhmagen“, der das Gras so vorbereitet, dass es schneller und effizienter zu Biogas umgewandelt werden kann.

Das Biogas besteht aus Methan und CO₂. Auch dafür fanden die Projektpartner eine Lösung: Mit einer „Trickle-Bed-Reaktor“-Technologie lässt sich das CO₂ mithilfe von grün erzeugtem Wasserstoff ebenfalls in Methan umwandeln. So wird die Energieausbeute nahezu verdoppelt.

Zusätzlich wurde untersucht, wie man die dafür nötige grüne Wasserstoffproduktion direkt vor Ort durch Elektrolyse aus dem entstehenden Gärrest (Digestat) umsetzen kann – eine echte Kreislaufwirtschaft.

Ein realistischer Plan für die Praxis

In einer Modellrechnung für einen landwirtschaftlichen Betrieb in Niedersachsen zeigte sich: Mit einer Mischung aus 15.000 Tonnen Gras und ebenso viel Schweinemist kann so viel Biogas erzeugt werden, dass der gesamte Dieselverbrauch des Betriebes ersetzt werden könnte – mit einem jährlichen Überschuss.

Die nötige Investition in die Anlage liegt bei ca. 4 Millionen Euro, doch die Rechnung geht auf: Der Betrieb würde nicht nur unabhängiger von fossilen Brennstoffen, sondern könnte auch neue Einnahmequellen durch den Verkauf von Biogas (z. B. an CNG-Tankstellen) erschließen.

Rechtliche Rahmenbedingungen: Noch ein Hemmschuh

In beiden Ländern sind die rechtlichen Hürden für Grasvergärung noch hoch. Vor allem in den Niederlanden ist die Genehmigung für solche Anlagen komplex, insbesondere wenn das Gras als „Abfall“ gilt. Hier braucht es angepasste Regularien, damit innovative Projekte wie „Van Gras naar Gas“ einfacher umgesetzt werden können.

 Vernetzung, Forschung, Perspektive

Ein weiteres wichtiges Ziel war der Aufbau eines Netzwerks von Landwirt*innen, Technologielieferanten und Behörden aus Deutschland und den Niederlanden. In Workshops und Veranstaltungen wurden die Projektergebnisse diskutiert und zukünftige Kooperationen vorbereitet. Die Resonanz war durchweg positiv, das Interesse an Folgeprojekten groß.

Fazit und Ausblick

Das Projekt hat gezeigt, dass die Nutzung von Grasresten für die Biogasproduktion technisch machbar, ökologisch sinnvoll und wirtschaftlich attraktiv sein kann – wenn Technologie, Logistik und Rechtsrahmen zusammenspielen.

Der nächste Schritt ist nun die technische Weiterentwicklung und Skalierung der eingesetzten Technologien sowie die Verankerung in der regionalen Praxis. Ein Folgeprojekt ist bereits in Planung und soll die Erkenntnisse in konkrete Pilotanlagen überführen.

Interreg-project toont nieuwe manieren van klimaatbescherming en regionale energieproductie

Tussen september 2024 en april 2025 werd het grensoverschrijdende project “Van Gras naar Gas” met succes uitgevoerd als onderdeel van het Interreg VI A-programma. Het doel was om ongebruikte grasresten van landbouw en landschapsbehoud te gebruiken als hernieuwbare energiebron – en zo milieuproblemen op te lossen en nieuwe economische kansen te creëren voor boeren.

Het idee: Duurzame energie uit groenafval

In de Duits-Nederlandse grensregio hopen zich elk jaar grote hoeveelheden grasoverschotten op – bijvoorbeeld uit bermen, natuurgebieden of landbouwgrond. Dit zogenaamde “restgras” wordt tot nu toe vaak slechts in beperkte mate benut. Het projectteam wilde dit aantonen: Biogas kan worden geproduceerd uit gras – en op zijn beurt groen methaan, een klimaatvriendelijke brandstof.

Twee vragen stonden centraal in het project:

1. Hoe kan grasoverschot efficiënt vergist worden?
2. Aan welke technische en wettelijke voorwaarden moet hiervoor worden voldaan?

Technology meets innovation

Een grote uitdaging is dat gras – in tegenstelling tot bijvoorbeeld maïs – moeilijker te fermenteren is omdat het veel vezels bevat. In het project werden daarom verschillende voorbehandelingsmethoden onderzocht. Vooral de zogenaamde “Artificial Rumen Reactor (ARR)”, een soort kunstmatige “koeienmaag” die het gras voorbereidt zodat het sneller en efficiënter kan worden omgezet in biogas, was veelbelovend.et biogas bestaat uit methaan en CO₂.

De projectpartners hebben hier ook een oplossing voor gevonden: met behulp van druppelbedreactortechnologie kan de CO₂ ook worden omgezet in methaan met behulp van groene waterstof. Hierdoor wordt de energieopbrengst bijna verdubbeld.

Ook is onderzocht hoe de hiervoor benodigde groene waterstofproductie direct ter plekke kan worden gerealiseerd via elektrolyse uit het resulterende digestaat – een echte circulaire economie.

Een realistisch plan voor praktische toepassing

Een modelberekening voor een boerderij in Nedersaksen toonde aan dat een mengsel van 15.000 ton gras en dezelfde hoeveelheid varkensmest genoeg biogas zou kunnen produceren om het volledige dieselverbruik van de boerderij te vervangen – met een jaarlijks overschot.

De benodigde investering in de installatie bedraagt ongeveer 4 miljoen euro, maar de berekening klopt: Het bedrijf zou niet alleen minder afhankelijk worden van fossiele brandstoffen, maar het zou ook nieuwe inkomstenbronnen kunnen aanboren door de verkoop van biogas (bijv. bij CNG-tankstations).

Wettelijke kadervoorwaarden: Nog steeds een struikelblok

In beide landen zijn de wettelijke hindernissen voor grasvergisting nog steeds hoog. Vooral in Nederland is de vergunning voor dergelijke installaties complex, vooral als het gras als “afval” wordt beschouwd. Hier is aangepaste regelgeving nodig zodat innovatieve projecten zoals “Van Gras naar Gas” gemakkelijker kunnen worden uitgevoerd.

 Netwerken, onderzoek, vooruitzichten

Een ander belangrijk doel was het opzetten van een netwerk van boeren, technologieleveranciers en overheden uit Duitsland en Nederland. De projectresultaten werden besproken tijdens workshops en evenementen en toekomstige samenwerkingen werden voorbereid. De reacties waren altijd positief en er was grote belangstelling voor vervolgprojecten.

Conclusie en vooruitzichten

Het project heeft aangetoond dat het gebruik van grasresten voor biogasproductie technisch haalbaar, ecologisch verantwoord en economisch aantrekkelijk kan zijn – als de technologie, logistiek en het wettelijke kader samenwerken.

De volgende stap is nu de verdere technische ontwikkeling en opschaling van de gebruikte technologieën en de verankering ervan in de regionale praktijk. Een vervolgproject is al gepland en zal de bevindingen omzetten in concrete proefinstallaties.